Aylin en Arvin leren elkaar een taal dankzij Turks-Nederlands boek

De Turkse Aylin en Arvin leerden elkaar kennen via een boek
Zij leert hem Nederlands, hij haar Turks. Hun instrument: het boek Nederlandse en Turkse Zegswijzen dat haar vader, die Turks is, in de boekenkast had staan. ‘Vanaf het begin klikt het.’

Of het toeval is dat de Nederlandse Aylin Aksu (25) en de Turkse Arvin Kaplan (32) door het UAF op elkaar zijn aangewezen binnen het mentoringprogramma? Aylin, in het dagelijks leven werkzaam bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: ‘Ik weet het eerlijk gezegd niet. Ik kom uit Den Haag, maar ben half Turks. Mijn vader komt er vandaan. Ik ben Nederlands opgevoed, in een vrij homogene, autochtone wijk. De laatste jaren heb ik meer interesse in mijn Turkse achtergrond ontwikkeld. Als ik naar Turkije ga wil ik mijzelf daar geen toerist voelen en gesprekken kunnen voeren met familie en vrienden.’

Taal, de sleutel van het leven

Arvin, die in Turkije als student werd gearresteerd en begin 2018 naar Nederland vluchtte vanwege politieke redenen, vond het best spannend toen hij hoorde dat hij aan de half-Turkse Aylin was gekoppeld: ‘Ik ben zelf Koerdisch en dus vroeg ik me af: is ze Koerdisch of Turks? Is ze links of rechts? Islamitisch of niet? Ik was bang voor conflict.’ Maar hij en Aylin bleken een goede match. ‘Vanaf het begin klikt het tussen ons. We hebben veel gemeen.’

‘We praten over koetjes en kalfjes.’

Hij meldde zich aan voor het mentoringprogramma omdat hij zijn spreekvaardigheid wil verbeteren. ‘Schrijven en lezen gaat wel, maar spreken vind ik moeilijk. Ik ben een sociaal persoon en wil graag met mensen praten. Taal is de sleutel van het leven. Uitspraak, afkortingen, gezegden: dat soort dingen leer je moeilijker vanuit een boek.’ Aylin: ‘Waar praten we over Arvin?’ Arvin kijkt haar met opgetrokken wenkbrauwen aan, denkt even na, en zegt dan: ‘Over koetjes en kalfjes.’ Daarna lachen ze.

Gemotiveerde mentees

Eenmaal uitgelachen vervolgt Arvin zijn verhaal: ‘Mijn tweede reden is dat ik met Aylin iemand heb aan wie ik praktische vragen kan stellen, iemand die me kan uitleggen hoe het Nederlandse onderwijssysteem werkt. Ik bereid me nu voor op mijn NT2-toets (Staatsexamen Nederlands). Als ik die heb behaald wil ik verder met mijn studie.’ Die studie, dat is voedseltechnologie. Voordat hij naar Nederland kwam studeerde Arvin het in Turkije. ‘

Ik ben hier al naar open dagen geweest en heb ontdekt dat veel boeken hetzelfde zijn in Nederland. Ik wil graag in Delft studeren.’

‘Ik begrijp hoe belangrijk en fijn het is om goede ondersteuning te krijgen.’

En de motivatie van Aylin? ‘Mijn vader is in de jaren 80 als politiek vluchteling naar Nederland gekomen. Daarom begrijp ik heel goed hoe belangrijk en fijn het is om goede ondersteuning te krijgen. Via een andere organisatie was ik al eerder mentor van een jongen uit Eritrea, maar helaas kwam hij zelden opdagen en was het erg moeilijk afspraken te maken. Ik begreep dat het UAF mentees selecteert op basis van motivatie en dus gaf ik dit traject meer kans van slagen. Ik wil graag helpen, maar dan vind ik het belangrijk dat de ander gemotiveerd is en zichzelf wil ontwikkelen. Bij Arvin is dat zonder twijfel het geval.’

Iemand op het goede pad brengen

Dat Arvin Turks is kan bijna niet beter, zegt Aylin. ‘Ik had al langer het idee om Turks te leren. Toen ik Arvin een keer uitnodigde om samen met mijn vriend en vader te eten haalde  mijn vader een boek uit de kast met Nederlandse en Turkse zegswijzen. Het is een oud exemplaar, dat hij zelf gebruikte toen hij net in Nederland was. Sindsdien gebruiken Arvin en ik dat boek om elkaar de taal te leren, hij mij Turks, ik hem Nederlands.’

‘Jij leert sneller, want jij spreekt Nederlands in het dagelijks leven.’

Het duo doet voor hoe dat werkt. Arvin slaat het boek op een willekeurige bladzijde open en leest voor: ‘Iemand op het goede pad brengen. Iemand de weg wijzen in zedelijk opzicht of anderszins.’ Hij kijkt Aylin vragend aan, die vervolgens in het Turks begint te praten. Arvin laat haar rustig praten, en verbetert soms de uitspraak of een woord. Daarna concluderen ze dat de vertaling in het Turks bijna letterlijk is.

Maar wie leert hier eigenlijk meer van, Arvin of Aylin? Arvin: ‘Ik denk allebei evenveel.’ Aylin: ‘Ik denk toch jij Arvin, want jij spreekt het Nederlands in het dagelijks leven. Je kan toepassen wat je leert. Ik durf het Turks niet echt te spreken.’ Arvin: ‘Jij bent twee maanden geleden pas begonnen. Ik oefen het Nederlands al bijna twee jaar. Dat is heel anders. Een taal leren duurt drie of vier jaar.’

Foto: Suzanne Blanchard

Misschien vind je dit ook interessant

Het UAF helpen kan op veel manieren

Dankzij de betrokkenheid en steun van 27.000 gevers kunnen wij jaarlijks bijna vierduizend vluchtelingen begeleiden bij studie en werk. Help jij ook mee? 

Het laatste nieuws in je inbox?

Ruim 16.000 mensen gingen je voor! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke zes weken het laatste nieuws en inspirerende verhalen van gevluchte studenten en professionals. Zo ben je altijd als eerste op de hoogte!

Hidden
Optin nieuwsbrief

Deel dit artikel via:

WhatsApp
LinkedIn
Facebook
X