Taalonderwijs op afstand: in gesprek met docent Danielle Boon

Taalonderwijs op afstand: in gesprek met docent Danielle Boon

Ondanks de coronamaatregelen zorgen we ervoor dat kennis- en talentontwikkeling dóórgaat. Hoe lastig dat soms ook is in deze onzekere periode, thuis achter een beeldscherm. UAF-begeleiders hebben regelmatig contact met ‘hun’ studenten om ze een hart onder de riem te steken, advies te geven, vragen te beantwoorden en eventuele zorgen weg te nemen. Hierbij werken we nauw samen met onze partners, zoals Fontys Hogescholen in Eindhoven. We vroegen aan taaldocent Danielle Boon hoe zij zich voor de studenten inzet en wat de ervaringen zijn met onderwijs op afstand.

 

Wat voor lessen geef je en met welk opleidingstraject zijn de studenten bezig?

‘Ik ben docent bij Werkvloertaal en geef Nederlands op hoog niveau (B2 en hoger) aan acht cursisten die meedoen met ‘Leren en werken in de techniek’. Dat is een speciaal programma van het UAF en Fontys Hogescholen, om te zorgen voor een goede aansluiting bij vervolgonderwijs.’

‘De cursisten zijn aankomende ingenieurs en ict’ers die na de zomervakantie willen starten met een Associate Degree (hbo-opleiding). Hoewel hun taalniveaus verschillen, zijn ze allemaal al behoorlijk ver. We gebruiken dan ook de methode ‘Nederlands naar Perfectie’!’

‘We besteden ook aandacht aan de toekomstige studies en vakgebieden van de deelnemers, zoals ICT en werktuigbouwkunde. Onze stagiair Nick regelt hiervoor gastsprekers. Volgende week geeft een ict’er  een inleiding over zijn vak en over de verschillende rollen in het team dat hij aanstuurt. Zo krijgen de cursisten een beter beeld van het werkveld. Als huiswerk bereiden zij vragen voor die ze aan de gastspreker willen stellen, waarmee zij relevante kennis opdoen over hun toekomstige studie en werk in de technieksector.’

 

Sinds half maart zijn alle lessen online. Hoe hebben jullie dit geregeld?

‘We geven les met behulp van Zoom (videobellen). We werken soms met de hele groep en soms gaan we in aparte ‘kamers’ in kleine groepen aan de slag. Dit verloopt goed, de afgelopen weken hebben de  online lessen plaatsgevonden zoals gepland.’

‘De groep krijgt elke woensdag tweeëneenhalf uur les via hun laptop, tablet of telefoon. Daarnaast maken ze huiswerk: ze lezen relevante teksten, vergroten hun woordenschat, werken aan hun grammaticakennis en mailen schrijfopdrachten. Deze becommentarieer ik en voorzie ik van correctiecodes, zodat zij hun teksten zelf kunnen verbeteren.’

 

Wat vinden de studenten ervan om op deze manier les te krijgen?

‘Ze zijn erg enthousiast en doen trouw en actief mee. Natuurlijk hebben ze liever ‘face to face’ les (wij allemaal denk ik; echt contact is onmisbaar), maar dit is momenteel een prima alternatief. Als ze nu een paar maanden geen les zouden hebben, zou hun niveau Nederlands snel zakken. Dat is iets wat absoluut voorkomen moet worden, dat zou echt zonde zijn van alle eerdere inspanningen.’

‘Voor een aantal cursisten is de les ook een welkome afwisseling in deze saaie weken waarin iedereen vooral thuis is. Sommige cursisten wonen alleen en zijn heel erg blij met het regelmatige contact met medecursisten, onze stagiair en mij.’

‘Vóór de les en in de pauzes worden allerlei zaken besproken waar ze onzeker over zijn: de corona-maatregelen en de consequenties ervan, de afgelaste of uitgestelde staatsexamens (‘Wanneer kunnen we wel examen doen? Is dat nog op tijd?’), de toelatingseisen van de opleidingen (‘Wat als ik niet op tijd alle onderdelen heb kunnen halen, word ik dan nog wel toegelaten? Gaan opleidingen eigen ingangstoetsen hanteren?’), en vragen als ‘Hoe krijg ik alle informatie over studies nu er geen open dagen zijn? Bij wie kan ik terecht met vragen over inschrijving?’ etc.’

‘Er is veel onzekerheid over de nabije toekomst. Als docent weet ik vaak ook de antwoorden niet, omdat ze er simpelweg nog niet zijn. Studenten zijn blij hun zorgen te kunnen delen en informatie – voor zover voorhanden – te kunnen uitwisselen.’

‘Ze doen ook graag mee aan het onlangs geopende online Taalcafé, nog zo’n goed idee van onze stagiair Nick: elke donderdagavond ontmoeten zij en onze andere staatsexamencursisten elkaar voor de gezelligheid, en oefenen ondertussen hun spontane spraak.’

 

Hoe is het voor jou als docent? Wat gaat goed, wat is moeilijk?

‘Ik ben nu al de vijfde week online aan het lesgeven en merk dat het intensief is: je bent nog meer dan anders bezig om iedereen zoveel mogelijk bij de les te betrekken en actief te houden. Sommige deelnemers hebben geen camera of willen deze liever niet gebruiken. Je moet soms als docent moeite doen om iedereen zichtbaar in de les te hebben, zodat er ook non-verbale communicatie kan zijn en ik kan ingrijpen als ik mensen zie ‘wegzakken’.’

‘Er zijn ook voordelen: afwezigheid vanwege problemen met het openbaar vervoer komt niet meer voor. En het contact wordt soms ook persoonlijker, omdat je min of meer in elkaars huiskamer zit: soms hoor je een kind, loopt er een kat door het beeld, zie je een foto aan de muur… De uitdaging is iedereen tijdens de lesuren zoveel mogelijk actief te laten oefenen, en daarnaast ook de huiswerkopdrachten zo aantrekkelijk mogelijk te maken en van nuttig commentaar te voorzien zodat ze er zelf mee verder kunnen. Dus tussen de lessen door is er een hoop mailwerk, vaak naar individuele cursisten, om elke cursist op zijn niveau aan de taken te laten werken.’

 

Hoe verloopt de samenwerking met het UAF voor dit opleidingstraject?

‘Prima. Ik word er altijd blij van als ik zie hoe betrokken het UAF is bij de studenten en de doelen die zij zich gesteld hebben.’

 

Wat wil je aan andere opleiders en studenten meegeven?

‘Hard werken en studeren is prima, maar neem op tijd pauzes. Iedereen zit deze weken veel meer achter computers dan normaal, en te veel schermuren is voor niemand goed. Doe elke dag ook andere dingen waar je energie van krijgt. Voor mij is dat ‘naar buiten’, lekker fietsen en hardlopen.

Wees niet te streng voor jezelf en voor anderen; focus op wat goed gaat. Onderschat niet wat het betekent dat lesprogramma’s doorlopen in deze rare tijd. Voor veel studenten zijn de online lessen ankerpunten in een week. Online lesgeven maakt het hen mogelijk om aan hun toekomstplannen te blijven werken, vooruit te kijken.’

Misschien vind je dit ook interessant

Het UAF helpen kan op veel manieren

Dankzij de betrokkenheid en steun van 27.000 gevers kunnen wij jaarlijks bijna vierduizend vluchtelingen begeleiden bij studie en werk. Help jij ook mee? 

Het laatste nieuws in je inbox?

Ruim 16.000 mensen gingen je voor! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke zes weken het laatste nieuws en inspirerende verhalen van gevluchte studenten en professionals. Zo ben je altijd als eerste op de hoogte!

Hidden
Optin nieuwsbrief

Deel dit artikel via:

WhatsApp
LinkedIn
Facebook
X