Brief aan Nico van Tellingen

Afgelopen week kreeg ik een brief Nico van Tellingen uit Rhenen. Meneer Van Tellingen is donateur van het UAF, we kennen elkaar niet persoonlijk. In zijn brief bedankt hij me voor het delen van mijn verhaal. ‘Een stevig pleidooi om je trauma’s niet weg te drukken, maar door alle moeite een pijn heen toch te delen en te verwerken’, schrijft hij onder meer. Hij sluit af met de woorden: ‘Ik hoop dat u en uw familie het goed maken! En dat u nog veel voor UAF mag blijven betekenen. Zelf ben ik ooit giften aan UAF gaan geven toen ik me ging realiseren hoe gemakkelijk ik het als student heb gehad in vergelijking met hen die als vluchteling met een enorme achterstand hun weg moeten vinden op de Nederlandse universiteiten.’

Na het lezen van de brief rolden de tranen over mijn wangen.

Zeventien pagina’s telt het document waarin Job en ik reacties op ons boek ‘Tot op de dag’ verzamelen inmiddels. Het wordt tijd voor een bericht terug. Aan Nico, en daarmee aan iedereen die reageerde op ons boek.

Beste Nico van Tellingen,

Hartelijk dank voor uw mooie brief. Ik word er verlegen van.

Sinds mijn aanstelling bij het UAF in 2013 vertel ik mijn verhaal. Omdat ik me realiseer dat, en dat schrijft u ook, mijn verhaal in het licht van ons werk relevant is. Ik vluchtte zelf, ik studeerde zelf met behulp van het UAF en ik verkreeg uiteindelijk een duurzame plek op de arbeidsmarkt. Als ik mijn verhaal vertelde waren dat meestal flarden. Deels vanwege tijdgebrek (interviews duren meestal niet langer dan een uur), deels omdat ik er nog niet klaar voor was om meer te vertellen.

Ik heb lang getwijfeld over het vrijgeven van mijn verhaal in boekvorm, dat heeft u kunnen lezen. En die twijfels bleven, ook na de verschijning van het boek. In de week van de boekpresentatie had ik enorme krampen in mijn zij. De dokter wist niet wat het was. Toeval? Nu we een maand verder zijn – een maand waarin we veel fijne, respectvolle en mooie reacties hebben gekregen – beginnen de laatste twijfels langzaam te verdwijnen. Ik vreesde ervoor als slachtoffer te worden gezien, maar het tegendeel blijkt waar. De woorden die u gebruikt – respect, waardering, eerlijk, krachtig – sterken me in de gedachte dat ik het juiste heb gedaan.

Mijn boek is geen egodocument. Ik heb mijn verhaal gedeeld omdat ik een missie heb. Met veel genoegen constateer ik dat het overkomt. Dat ik een brief met zoveel respect en zachtheid geschreven van u mag ontvangen zegt me dat het goed is. Natuurlijk heb ik iets van mezelf weggegeven, natuurlijk voel ik me naakt. Afgelopen week nog zei iemand tijdens een voorstelrondje, nog voor ik het woord had genomen: ‘Mardjan kennen we al, we hebben haar boek gelezen.’

Slik.

Maar het is het waard. De positieve reacties moedigen me aan om verder te gaan met mijn missie: strijden voor vrijheid en een menswaardig bestaan. Dat doe ik onder andere via het UAF en dus mede dankzij u. Dank u wel dat u gelooft in ons werk.

We hebben elkaar nooit ontmoet, meneer Van Tellingen. En toch heb ik het gevoel dat we dichter bij elkaar komen. Dat twee werelden, hoewel mijn wereld inmiddels behoorlijk vernederlandst is, elkaar raken.

Dat is een geschenk, nietwaar?

Ik wens u het allerbeste en nogmaals dank,

Mardjan Seighali

Misschien vind je dit ook interessant

Het UAF helpen kan op veel manieren

Dankzij de betrokkenheid en steun van 27.000 gevers kunnen wij jaarlijks bijna vierduizend vluchtelingen begeleiden bij studie en werk. Help jij ook mee? 

Het laatste nieuws in je inbox?

Ruim 16.000 mensen gingen je voor! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke zes weken het laatste nieuws en inspirerende verhalen van gevluchte studenten en professionals. Zo ben je altijd als eerste op de hoogte!

Hidden
Optin nieuwsbrief

Deel dit artikel via:

WhatsApp
LinkedIn
Facebook
X