Rotterdam School of Management biedt kansen aan oudere gevluchte studenten

Jaarlijks biedt Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) via het UAF tien gevluchte studenten kans om met een beurs een opleidingsprogramma te volgen. Voor onder meer Jamal Badr (40), Nisreen Mehho (34) en Jamal Hasani (33) bleek het een opmaat naar meer. ‘Ik heb het aanbod van RSM met beide handen aangegrepen.’ 

‘Dit diploma heeft mijn arbeidsperspectief vergroot’, blikt Nisreen Mehho (34, uit Syrië, sinds 2014 in Nederland) terug op haar master aan RSM. Ze werkt inmiddels als trainee bij uitkeringsinstantie UWV. ‘Een kans als deze is waardevol voor nieuwkomers die een plek proberen te vinden in de samenleving en met hun kennis willen bijdragen aan een betere maatschappij.’ 

Gelijkheid

De samenwerking tussen RSM en het UAF begon enkele jaren geleden. Het doel: gevluchte studenten die vanwege hun leeftijd geen recht meer hebben op studiefinanciering toch de kans te bieden om zichzelf verder te ontwikkelen. 

Volgens Mirna Steur, Marketing Manager at Executive Education bij RSM, past het bij de missie: a force for positive change. ‘Wij willen onderwijs leveren dat bijdraagt aan het verbeteren van de wereld. De sustainable development goals van de Verenigde Naties fungeren daarbij als kompas. Het is dus logisch dat we hebben besloten om onze programma’s ook beschikbaar te stellen voor gevluchte studenten, een doelgroep die vaak niet de financiële middelen heeft om een programma aan ons instituut te volgen, maar daar wel bij gebaat zijn. Zo proberen we ons steentje bij te dragen aan gelijkheid.’ 

Geen studiefinanciering

Jamal Hasani (33, uit Syrië, sinds 2014 in Nederland) volgde een master bij RSM en werkt inmiddels als consultant bij Software Improvement Group. ‘Ik heb gekeken naar masterstudies aan de UvA, Erasmus en Nyenrode, maar die studies kon ik simpelweg niet betalen. Ik was en ben te oud om aanspraak te maken op studiefinanciering en dus afhankelijk van de kans die RSM mij bood. Ik heb deze met beide handen aangegrepen.’ 

Ook voor Jamal Badr (40, uit Jemen, sinds 2017 in Nederland) bood een programma bij RSM uitkomst: ‘Ik heb mijn eigen bedrijf en help Nederlandse bedrijven die sociale- en gezondheidsprojecten doen in Arabische landen. Vanuit mijn verbindende rol heb ik contact met verschillende mensen uit verschillende culturen. Dat is leuk, maar ook uitdagend. Dankzij het driedaagse leiderschapsprogramma dat ik volgde heb ik mijn geheugen opgefrist. Ik ben in contact gekomen met mensen van verschillende organisaties en heb inzichten opgedaan. Ik zou het meteen weer doen, je blijven ontwikkelen is essentieel.’ 

Meerwaarde

Vanuit het UAF is trajectbegeleider Anne Grit verantwoordelijk voor de samenwerking met RSM. Ze juicht de kansen die het onderwijsinstituut biedt toe: ‘Gevluchte dertigplussers vallen buiten de boot wat opleiding betreft, omdat ze geen aanspraak kunnen maken op studiefinanciering. Terwijl de meerwaarde van een opleiding ook voor hen aanzienlijk is. De programma’s van RSM geven een gelegenheid om mensen te leren kennen en om kennis op te doen die waardevol is bij een baan in Nederland. Vergeet ook niet wat de waarde is van een goed aangeschreven instituut als RSM voor een cv. Werkgevers vinden diploma’s uit het buitenland over het algemeen steeds lastig te duiden.’ 

Betere versie 

Hasani is blij dat hij dankzij zijn master bij RSM op zijn eigen niveau kan werken: ‘Mijn Nederlands was al goed, dankzij RSM heb ik ook de kennis, vaardigheden en papieren om een goede baan te hebben. Ik denk nu al na over wat mijn volgende stap zou kunnen zijn. Misschien iets met transformative leadership of anders een PhD.’ Mehho: ‘Toen we nog in Syrië woonden wilde ik mezelf ook ontwikkelen, maar de middelen waren beperkt, ook voor de oorlog. Hier heb ik de middelen wel. Ik ben nu een betere versie van mezelf, zonder dat ik mijn eigen waarden en normen heb verloren.’