Hoe gaat het met Ibrahim en Ammar?

Dankzij steun van het VSBfonds ontwikkelde het UAF in nauwe samenwerking met Fontys Hogescholen het pilottraject Leren en Werken in de techniek. In een half jaar tijd zijn zeventien vluchtelingstudenten met een technische achtergrond klaargestoomd voor een leerwerktraject op hbo-niveau. Deelnemers Ibrahim en Ammar doorliepen het traject succesvol en werken sinds april bij de NS. 

Gefeliciteerd met jullie baan bij de NS! Wat doen jullie precies?

Ibrahim: ‘Ik kom het team Configuratiemanagement versterken. Er zijn heel veel afdelingen bij de NS, maar ik denk dat dit de beste afdeling voor mij is. De collega’s zijn leuk en ik vind het werk interessant. We verzamelen, bundelen en registreren informatie om het onderhoud van de treinen goed te kunnen laten verlopen.’

Ammar: ‘Ik werk op de IT-afdeling. Tot nu toe ben ik vooral bezig geweest om het systeem en het team te leren kennen. Sinds kort houd ik me bezig met software in de trein. We voeren veel tests uit en doen het beheer.’

Hoe vinden jullie het om voor zo’n grote organisatie als de NS te werken?

Ammar: ‘NS gaat niet alleen over vervoer en het spoor, NS is een bedrijf van mensen. Daar hoor ik bij en dat maakt me trots. Het werk dat ik doe vind ik leuk en het denkniveau is hoog. Bovendien krijg ik veel mogelijkheden om mezelf te ontwikkelen. Wil je een bepaalde cursus doen? Dan bespreek je het met je leidinggevende en dan wordt het geregeld.’

Ibrahim: ‘Mijn eerste doel heb ik nu bereikt: een nieuwe baan. Maar ik zou nog trotser zijn als ik ook echt van waarde ben. Ik ben nu vooral aan het leren. Dat mijn collega’s veel meer doen dan ik frustreert me. Mijn leidinggevende Bart zegt dat het erbij hoort. Volgens hem moet ik geduld hebben.’

Hoe is het contact met collega’s?

Ammar: ‘Als ik over de gang loop voel ik geen verschil tussen Nederlanders en mijzelf. Mensen respecteren elkaar. We zijn hetzelfde en dat vind ik heel fijn. Omdat ik trots ben, heb ik een positieve uitstraling. Dat maakt het contact met anderen makkelijker.’

Ibrahim: ‘Mensen zijn heel behulpzaam, maar mijn taal moet echt beter. Collega’s begrijpen me wel, maar in de toekomst ga ik ook met collega’s van andere afdelingen praten. Als ik iets niet begrijp of iets wil weten, praat ik eerst met mezelf. Hoe kan ik dit vragen? Wanneer ga ik praten? En wat ga ik dan precies zeggen? Pas daarna begin ik met praten. Dat wil ik niet. Ik wil direct zeggen wat ik wil zeggen. Gelukkig hoor ik nu de hele dag Nederlands om me heen. Dat helpt.’

Zijn jullie al begonnen aan jullie duale studie?

Ibrahim: ‘Ik begin in september met Werktuigbouwkunde. Ik wilde niet alle nieuwe dingen tegelijk doen en heb er daarom voor gekozen om eerst bij NS te beginnen en daarna met mijn studie te beginnen.’

Ammar: ‘Ik ben in februari begonnen met ICT Service Management. Op maandagavond ga ik naar school en op donderdagavond heb ik online les. Op andere avonden, op woensdag, mijn vrije dag, en op zaterdag heb ik tijd om huiswerk te maken. Ik vind het best zwaar om werken en leren te combineren, maar hard werken hoort erbij in Nederland.’

Wat is jullie volgende stap?

Ammar: ‘Ik wil gelukkig zijn. Voor mij betekent dat in de eerste plaats dat ik mijn moeder en oma wil zien. Voordat het te laat is. Als ik nu met mijn oma bel zegt ze: “Jongen, wanneer zie ik je weer?” Dat vind ik moeilijk om te horen. Omdat ik nog geen vaste baan heb, mag ik ze nog niet naar Nederland laten komen met een tijdelijk toeristenvisum. Terug naar Syrië kan ook niet en dus wil ik mezelf graag laten zien, zodat de kans op een vaste baan groter wordt. Een vast contract is mijn volgende doel, het liefst bij NS.’

Ibrahim: ‘Lang was ik vooral bezig met integreren. Inmiddels heb ik een ander doel: ik wil mezelf ontwikkelen en iets bereiken. Echte doelen. Ik wil iemand zijn die werkt zonder fouten te maken. Ik hoop dat mensen straks zeggen: “Dit moeten we aan Ibrahim vragen, want hij weet dit.” Ik hoop dat mensen me niet vragen omdat ik tijd heb, maar omdat ik dingen weet die anderen niet weten. Omdat het een moeilijke vraag is.’

Dit was deel 3 van een reeks verhalen over Ammar en Ibrahim. Gaat het ze lukken om een baan te vinden waar ze hun talenten kunnen benutten? Houd onze website en social media kanalen in de gaten voor het antwoord op die vraag. 

 

Interview: Job Hulsman
Foto: Fontys Hogescholen

Misschien vind je dit ook interessant

Het UAF helpen kan op veel manieren

Dankzij de betrokkenheid en steun van 27.000 gevers kunnen wij jaarlijks bijna vierduizend vluchtelingen begeleiden bij studie en werk. Help jij ook mee? 

Het laatste nieuws in je inbox?

Ruim 16.000 mensen gingen je voor! Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang elke zes weken het laatste nieuws en inspirerende verhalen van gevluchte studenten en professionals. Zo ben je altijd als eerste op de hoogte!

Hidden
Optin nieuwsbrief

Deel dit artikel via:

WhatsApp
LinkedIn
Facebook
X